top of page

Uitgebreide toonladder en uitgebreide akkoorden

Op deze pagina wordt de toon A als uitgangspunt genomen.

De toonladder die tot nog toe gebruikt is bestrijkt 1 octaaf. In geval van A dus tot de eerstvolgende A. Een toonladder kan ook doorlopen tot een octaaf hoger (onderstaande moet 5 regels zijn).

A Ais B C Cis D Dis E F Fis G Gis A Ais B C Cis D Dis E F Fis G Gis A 

T  -  T -  T  T  -  T -  T  -  T  T                                   

                                  T  -  T -  T  T  -  T -  T  -  T  T 

A     B   Cis D     E   Fis   Gis A     B   Cis D     E   Fis   Gis A 

1     2    3  4  -  5    6     7  8     9    10 11    12   13    14 15

De trappen worden doorgenummerd. De formule is vanaf trap 8 (weer de A) weer het zelfde als vanaf trap 1. Het zijn ook weer de zelfde tonen, alleen allemaal een octaaf hoger.

Die hogere tonen worden in uitgebreidere akkoorden gebruikt voor nog meer "klank". T/m de 13e trap wordt verwerkt in akkoord namen (akkoord symbolen). Ook die hogere tonen kunnen worden verhoogd en verlaagd.

Er gebeurt niet zo heel veel als je bijv. een A7 (1 3 5 b7) gaat uitbreiden met de 8e of 10e of 12e trap (de hogere even trappen). Door de manier van "door nummeren" zijn dat de belangrijkste tonen die ook al in het lagere gedeelte van een akkoord voorkomen (daar zijn het oneven trappen). Het worden gewoon dubbele tonen, alleen een octaaf hoger. De klank van een akkoord zal hierdoor niet wezenlijk veranderen.

 

Er gebeurt wel iets met de klank van een akkoord als je één of meer hogere oneven trappen (al dan niet verhoogd of verlaagd) toevoegt. Het worden kleurrijke akkoorden die in mooiere pop, funk of jazz gebruikt worden.

Er zijn een paar regels die je moet weten.

A Ais B C Cis D Dis E F Fis G Gis A Ais B C Cis D Dis E F Fis G Gis A 

T  -  T -  T  T  -  T -  T  -  T  T                                   

                                  T  -  T -  T  T  -  T -  T  -  T  T 

A     B   Cis D     E   Fis   Gis A     B   Cis D     E   Fis   Gis A 

1     2    3  4  -  5    6     7  8     9    10 11    12   13    14 15

Uitgebreide en verkorte akkoordsymbolen

Soms worden alle extra tonen van een akkoord in het akkoord symbool verwerkt. Bijv. (het zeer uitgebreide akkoord) A7/9/11/13.

De letter A geeft aan dat het om een drieklank gaat (majeur want

er staat geen "m" of "min" bij) bestaande uit de trappen 1, 3, 5.

De "7" betekent: voeg de verlaagde 7e trap toe.

De extra trappen 9, 11,13 komen erbij.

Totaal wordt het:

Tonen  :  A  Cis  E  G  B  D  Fis

Trappen:  1   3   5  b7 9  11 13

Maar dit akkoord wordt meestal A13 genoemd (een verkorte notatie). Als je alleen maar 13 ziet staan betekent het dat na de majeur drieklank de verlaagde 7 en verder alle oneven trappen t/m de 13e trap erbij moeten.

 

Dat werkt ook zo bij A11.

Daar hoort dan automatisch de verlaagde 7 en de 9 bij.

Bij een A9 hoort automatisch de verlaagde 7.

Als je 7 ziet staan (dus ook in een A7/9/11/13) bedoelt men de verlaagde 7e trap (zie pagina "Meer basis akkoorden"). Dat geldt ook als men met verkorte symbolen werkt (bijv. A13).

Als de 7e trap (niet verlaagd) in het akkoord moet zitten noemt men dit akkoord Amaj7/9/11/13, meestal verkort Amaj13.

De term "maj" in een akkoord-symbool betekent altijd: voeg de 7e trap toe, zelfs als het getal 7 niet genoemd wordt.

Een uitgebreid akkoord zoals bijv. een A7/9/11/13 (A13) is op een keyboard geen probleem, maar op een gitaar niet volledig te spelen. Het akkoord bestaat uit 7 tonen en je hebt maar 6 snaren.

Ook een nette opbouw van laag naar hoog gaat op gitaar vaak niet. Voor elk uitgebreid akkoord zijn grepen die het dichtst in de buurt komen van de klank die je op een keyboard wel kunt spelen.

 

Akkoorden met tonen uit het eerste gedeelte van de toonladder, de basis-akkoorden, hebben allemaal speciale namen en je moet weten wat die betekenen, zoals bijv. min, geen(maj), sus4, 6, min6, 7, min7, Maj7 en nog een paar die nog behandeld gaan worden.

Akkoorden met tonen uit het 2e gedeelte kunnen uitgebreid en verkort genoteerd worden en ook dan moet je weten wat men bedoelt. Nu eindelijk iets logisch: Als er verhoogde of verlaagde tonen uit het 2e gedeelte in een akkoord voorkomen, worden die tonen duidelijk in het akkoord-symbool verwerkt. Men gebruikt dan de uitgebreide schrijfwijze. Bijv. Amin7/b9. Wat Amin7 betekent moet je weten (1 b3 5 b7). De verlaagde 9e trap die erbij moet  staat duidelijk vermeld b9.

Add

Je komt ook de Engelse term "add" (toevoegen) tegen. Bijv. A7add13. Dit betekent dat je bij een A7 alleen de 13e trap moet toevoegen.

No

Ook wordt het woordje "no" gebruikt. Bijv. A7no3. Dat betekent een A7 zonder 3e trap. Voor uitgebreide akkoorden op gitaar worden vaak grepen gebruikt waarbij trappen ontbreken. Welke trappen ontbreken wordt in de regel niet aangegeven (voor de beperkingen van de gitaar wordt het woordje "no" dus niet gebruikt, tenzij men iets expliciet wil aangeven)

 

No root

Soms zie je bijv. A9no root. (root is het Engelse woord voor wortel waarmee men afkomst of oorsprong bedoelt). Dat betekent dat de grondtoon van het akkoord niet gespeeld mag worden. De grondtoon kan dan door de bas(gitaar) gespeeld worden, of het stuk muziek zit zo in elkaar dat je de grondtoon niet mist (er vanzelf bij verzint).

Alt

Dan is er nog de toevoeging "alt" van het Engelse woord altered. In het Nederlands "gealtereerd" wat veranderd betekent. Akkoorden met de toevoeging alt komen voornamelijk in de jazz voor. Alt betekent dat "versierende" tonen uit het 2e gedeelte van de toonladder worden veranderd, bijv. verlaagd. Men noteert dan A7alt.

De hogere even trappen:

De 8e trap (zelfde toon als de grondtoon) zie je nooit in akkoord-symbolen. Een verhoogde 8e trap komt niet voor, dat noemt men b9 en een verlaagde 8e trap komt ook niet voor, want dat is de 7e trap (van het Maj7-akkoord)

Trap 10 wordt wel gebruikt. Meestal verlaagd (b10). Bijv. in het akkoord A7/b10. Dit akkoord bestaat uit de trappen 1, 3, 5, b7, b10. Door de 3e trap is het een vrolijk akkoord. De 10e trap is dezelfde toon als de 3e trap, maar dan een octaaf hoger. Als je die toon verlaagt (b10) krijg je bovenop een vrolijk akkoord een hoge mineur toon. Een typische jazz / blues klank.

 

De 12e trap (al dan niet verhoogd of verlaagd) zie je zelden in akkoord-symbolen. Het is de zelfde toon als de 5e trap die in de meeste akkoorden voorkomt. Wat er gebeurt als je die gaat verhogen of verlagen, wordt nog behandeld.

Trap 14 wordt helemaal nooit gebruikt, want dat is het zelfde als de 7e trap van het Maj7-akkoord en verlaagd van het 7-akkoord.

2e deel van de toonladder:

De tonen (trappen) uit het 2e gedeelte van de toonladder zijn makkelijk te onthouden als je het eerste deel van de toonladder goed kent.

Trap 9 is de zelfde toon als trap 2 maar dan een octaaf hoger.

Trap 10 is het zelfde als trap 3 een octaaf hoger.

Trap 11 is het zelfde als trap 4 een octaaf hoger.

Trap 13 is het zelfde als trap 6 een octaaf hoger.

Het verschil is altijd 7.

bottom of page