top of page

Laddereigen akkoorden

Deze pagina gaat uit van de toon C.

Veel populaire muziek, maakt niet uit welke stijl (van populair klassiek tot pop en jazz) wordt gemaakt met "laddereigen akkoorden". Die akkoorden ontstaan door vanaf elke trap van de toonladder een akkoord op te bouwen.

Toonladder: C - D - E F - G - A - B C - D - E  F - G - A - B  C   

Trappen   : 1   2   3 4   5   6   7 8   9   10 11  12  13  14 15  

Vanaf 1     C       E     G                       I   akkoord C   

Vanaf 2         D     F       A                   II  akkoord Dm  

Vanaf 3             E     G       B               III akkoord Em  

Vanaf 4               F       A     C             IV  akkoord F   

Vanaf 5                   G       B     D         V   akkoord G   

Vanaf 6                       A     C       E     VI  akkoord Am  

Vanaf 7                           B     D      F  VII akkoord Bdim

Vanaf 8 is het weer een C akkoord zoals vanaf 1.                  

Het worden basis-akkoorden bestaande uit 2 tertsen groot of klein (zie vorige pagina) die afgezien van het 1e akkoord nu niet uit hun eigen toonladder zijn gehaald. De tonen van één toonladder zijn nu voor al deze zeven akkoorden het gegeven.

Deze akkoorden kunnen nog uitgebreid worden. Zolang ze bestaan uit grote of kleine tertsen en de tonen uit één toonladder in zich hebben (niet verhoogd of verlaagd) zijn ze "laddereigen".

 

Als men de tonen van de toonladder voor de melodie gebruikt en een begeleiding maakt met deze akkoorden, ervaren mensen dat als prettig. Men maakt er dan ook makkelijk in het gehoor liggende muziek mee. Dat betekent niet dat er alleen maar suffe deuntjes mee gemaakt worden. Je kunt er de mooiste nummers mee maken, vooral als je de akkoorden uitbreidt.

Hieronder als voorbeeld het uitbreiden van het C akkoord naar een mooie kleurrijke Cmaj7/9 (verkorte notatie: Cmaj9). Het uitgebreide akkoord voldoet aan de voorwaarden voor "ladder-eigen". Het bestaat uit tonen die in de toonladder voorkomen en het is opgebouwd uit grote en kleine tertsen

Toonladder: C - D - E F - G - A - B C - D - E  F - G - A - B  C   

Trappen   : 1   2   3 4   5   6   7 8   9   10 11  12  13  14 15  

Vanaf 1     C       E     G       B     D          akkoord Cmaj7/9

Functies laddereigen akkoorden

Gewone cijfers gebruikt men voor de trappen. Romeinse cijfers gebruikt men voor de akkoorden die vanaf een trap opgebouwd zijn. Deze akkoorden hebben ook bepaalde "functies" in muziek.

I   C    Tonica (is ook toonaard of toonsoort)

II  Dm   Subdominamt

III Em   Vervanging van tonica of dominant

IV  F    Subdominant

V   G    Dominant

VI  Am   Vervanging voor subdominant of tonica

VII Bdim Vervanging van tonica of dominant

Toonaard

 

In dit geval is het C akkoord de tonica. Dat is dan het belangrijkste akkoord en ook het rustpunt waar de muziek omheen gebouwd wordt. Men noemt het ook de toonaard of de toonsoort van een stuk(je) muziek (het Engels woord voor toonaard is "key"). Men zegt ook "het liedje staat in C" (the song is in the key of C). Meestal eindigt het liedje ook op het tonica akkoord. Met het tonica-akkoord kun je een akkoordenschema "sluiten" (de muziek "vraagt" daarna niet om een volgend akkoord).

Dominant en subdominant

 

De één na belangrijkste is de V, de "dominant". De muziek wil na het "dominant akkoord" terug naar de tonica (waarom dat zo is wordt uitgelegd op de pagina "Leidtonen en oplossen"). Ook belangrijk zijn de "subdominanten" II en IV. Na deze akkoorden wil (kan) de muziek weg van de tonica. De andere akkoorden kun je als vervanging of uitbreiding gebruiken.

Wat vaak voorkomt is een IV V I (4 5 1) beweging.

In de jazz komt een II V I beweging vaak voor.

In beide gevallen "beweegt" het akkoordenschema dan van een subdominant naar de dominant en terug naar de tonica.

Er zijn tienduizenden liedjes gemaakt met een akkoorden-schema wat bestaat uit alleen tonica I, subdominant IV en  dominant V. Dat is niet voor niets. Het ligt super makkelijk in het gehoor. Veel folk-, country-, pop- en heel veel blues-nummers bestaan uitsluitend uit deze drie majeur-akkoorden.

 

Dan zijn er nog talloze liedjes gemaakt die uitgebreid zijn met nog één of meer andere laddereigen akkoorden. Die andere laddereigen akkoorden zijn mineur of dim. Ook bij het gebruik van die andere laddereigen akkoorden blijft het liedje een vrolijke klank houden.

 

Er worden nog dagelijks nieuwe liedjes uitgebracht in alle voorkomende stijlen die bestaan uit deze laddereigen akkoorden. Over het algemeen "commerciële troep" maar soms weet men er toch weer een verfrissend liedje mee te maken.

Modulatie

 

Als men in een liedje een akkoord gebruikt wat niet laddereigen is, spreekt men van een "modulatie" (in sommige gevallen heet het anders, maar dat komt nog). De muziek gaat dan over in een andere toonaard met ook melodietonen uit een andere toonladder. Dat "moduleren" gebeurt heel vaak en men moduleert ook vaak weer terug naar de oorspronkelijke toonaard.

Het kan zijn dat in een liedje slechts één akkoord niet laddereigen is. Voor de melodie worden er dan tonen gebruikt uit een bijpassende toonladder van dat akkoord. Het komt wel vaak voor dat die tonen corresponderen met tonen die ook in de toonladder van de oorspronkelijke toonaard voorkomen. In de melodie lijkt het dan geen modulatie, maar dat is het dan theoretisch wel.

Het komt ook voor dat men "tussen-akkoorden" gebruikt die niet laddereigen zijn. Die worden dan even kort tussen de hoofd-akkoorden gespeeld (als verbinding). Grof gesteld, als je een    tussen-akkoord weg kunt laten en als dan de essentie van het liedje behouden blijft (als de melodie nog steeds op de akkoorden past) dan spreekt men voor zo'n tussen-akkoord niet van een modulatie.

Een liedje wordt soms na een aantal coupletten en refreinen in z'n geheel een halve of hele toonafstand verhoogd om het minder saai te maken. Meestal een "goedkoop" componisten-trucje, maar soms kan het heel mooi zijn. Zo'n overgang van de ene naar de andere toonaard heet ook een modulatie. Soms moeilijk te zingen, vandaar dat een perfect gezongen modulatie gewaardeerd wordt bij The Voice of andere talentenjachten.

Volgorde klanken

Deze pagina gaat uit van de toon C, maar het gaat om het principe. De klanken van de laddereigen akkoorden blijven het zelfde, ongeacht de toon waar je vanuit gaat.

Het is goed als je de volgorde van de klanken van de ladder-eigen akkoorden uit je hoofd kent. Anders gezegd, dat je weet vanaf welke trap een bepaalde klank ontstaat (Maj, min of dim). Je komt het in heel veel muziek tegen.

 T  -  T  -  T   T  -  T  -  T  -  T   T     

 1     2     3   4     5     6     7   8     

 I    II    III IV     V    VI    VII        

Maj   min   min Maj   Maj   min   dim (als 1)

bottom of page